Wetenschappers van de Katholieke Universiteit Leuven zijn erin geslaagd een methode te ontwikkelen waarmee zwangerschapsvergiftiging in een vroeg stadium ontdekt kan worden. Dat opent ook mogelijkheden om de vergiftiging vroeg te behandelen en dus vroeggeboortes te voorkomen.
1 op de 40 zwangerschappen
Hoewel zwangerschapsvergiftiging bij 1 op de 40 zwangerschappen voorkomt, is de oorzaak ervan nog altijd niet goed bekend. Daardoor is het opsporen van de zwangerschapsvergiftiging ook nog altijd lastig. Door het risico op zwangerschapsvergiftiging vroeg in kaart te brengen of zwangerschapsvergiftiging vroeg op te sporen en te behandelen, kunnen complicaties of een ingreep zoals het inleiden van een bevalling, voorkomen worden.
De onderzoekers vergeleken het DNA in de placenta van vrouwen met een risico op vroegtijdige zwangerschapsvergiftiging met dat van vrouwen zonder zo’n hoog risico en ontdekten verschillen. Hoe die verschillen ontstaan, is nog altijd niet bekend, maar wel is het verschil volgens de onderzoekers een belangrijke indicatie om al vroeg het risico op een vergiftiging op te sporen en preventieve behandelingen te starten.
Toekomstmuziek
Ook fijn: het afnemen van het benodigde DNA kan via een eenvoudige bloedtest, die al rond de twaalfde week van de zwangerschap gedaan kan worden. Daardoor is deze onderzoeksmethode ook erg toegankelijk en makkelijk uit te voeren, in tegenstelling tot andere methoden om zwangerschapsvergiftiging op te sporen. In theorie zou dat zelfs gelijktijdig met de NIP-test gedaan kunnen worden, maar dat is volgens de onderzoekers nog toekomstmuziek. Eerst moet de methode op grotere schaal getest worden.
Het gaat dan ook nog niet om een echte medische doorbraak, maar om een proof of concept. Er is aangetoond dat de methode kan werken, maar hij is nog niet getest in de dagelijkse praktijk. Of en hoe de methode buiten de context van een onderzoek gebruikt kan worden, moet nog uitgezocht worden.