Zoek
Sluit dit zoekvak.

Adverteren

Home > Artikelen > Dossiers > Tips > Tips: Omgaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Tips: Omgaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Delen

Tip 1

Als kinderen mishandeld, verwaarloosd, misbruikt en/of getuige zijn van huiselijk geweld, kunnen ze signalen uitzenden. Signaleren is het opmerken, het waarnemen van zo’n signaal. Hierdoor kun je een eerste vermoeden krijgen dat er iets gaande is. Er is maar zelden één aanwijzing die aantoont dat er iets aan de hand is. Door alerter te worden, merk je dat je soms meer aanwijzingen krijgt  waardoor je gerichter gaat kijken. Hierdoor kan je vermoeden sterker worden of juist afzwakken. Wees je bewust dat dit proces soms langere tijd in beslag kan nemen. De signalen kunnen vaag en niet eenduidig zijn. Signaleren is een kwestie van waarnemen (zien, horen, ruiken). Zowel je kennis als intuïtie stellen je vervolgens in staat om aan het waargenomen gedrag van ouders en/of kinderen te vermoeden dat er iets niet in orde is.

Tip 2

Het gebruik van een signalenlijst kan zinvol zijn, maar biedt ook een zekere schijnzekerheid. De meeste signalen zijn namelijk stressindicatoren die aangeven dat er iets met het kind aan de hand is. Dit kan ook iets anders zijn dan kindermishandeling (echtscheiding, overlijden van een familielid etc.). Het is niet de bedoeling om aan de hand van een signalenlijst ‘bewijs’ te leveren van kindermishandeling. Je kunt wel een vermoeden van kindermishandeling onderbouwen met signalen ie je hebt waargenomen. Een goed beargumenteerd vermoeden is voldoende om in actie te komen!

Tip 3

Het kan zijn dat jij iets zorgelijk vindt, terwijl een ander die mening niet deelt. Verschillen in onder meer opvoeding, persoonlijkheid, ervaring en omgeving spelen hierbij een belangrijke rol. De eigen achtergrond van mensen kleurt alles wat zij waarnemen. Die kleuring neem je altijd mee en dat is op zich ook niet erg. Wel is het belangrijk om je hier bewust van te zijn. Jouw werkelijkheid hoeft niet de werkelijkheid van de ouders of het kind te zijn. Maar jouw zorgen kunnen terecht zijn en dan is het belangrijk om er iets mee te doen.

Tip 4

Je moet ook bereid zijn om signalen te willen en durven zien. Signaleren heeft namelijk consequenties. Als het nodig is dien je actie te ondernemen en één van de stappen kan zijn met de ouders gaan praten. Dat is lang niet altijd gemakkelijk. Als je bang bent om van alles overhoop te halen in het gezin, of als je twijfelt aan jouw eigen waarneming of interpretatie, is het lastig het gesprek met ouders te voeren.

Tip 5

Omdat signalen vaag en niet eenduidig kunnen zijn, kan het lastig zijn om erachter te komen wat er in een gezin aan de hand is. Zeker als je maar een paar dagen in een gezin bent. Hoe kom je er bijvoorbeeld achter of bepaald gedrag een reactie is op een stressvolle bevalling of een familieruzie, of dat er sprake is van kindermishandeling, verwaarlozing en/of huiselijk geweld. Als je twijfelt aan je eigen waarneming is het zinvol om bij jezelf te onderzoeken waaraan je twijfelt. Probeer gerichter te observeren en vooral het waarneembare, concrete gedrag van de signalen te omschrijven. Gebeurt iets maar één keer of herhaald bepaald gedrag zich? Wat gebeurt er nou precies? Probeer dit zo objectief mogelijk te beschrijven. Bijvoorbeeld: ‘vrouw trekt haar arm steeds terug als ik haar aanraak’. Of: ‘kraamheer klaagt steeds over dat hij niet kan slapen omdat de baby huilt en de kraamvrouw zegt niets terug, is heel stil en teruggetrokken’.

Tip 6

Als je zorgelijke signalen ziet, bespreek deze dan met de ouders of leg ze eerst voor aan een deskundige collega of verloskundige. Je kunt ook altijd advies vragen bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Zorg dan wel dat je de signalen die je hebt waargenomen helder in je hoofd hebt, of zet ze van tevoren op papier. Als je jouw zorgen bespreekt met (een van) de ouders, benoem dan wat je ziet zonder er een oordeel over te geven. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je steeds schrikt en je arm terugtrekt als ik  je wil aanraken, klopt dat?’ Het is belangrijk om een open houding te hebben en ouders het idee te geven dat niets je te gek is en dat ze je alles kunnen vertellen.

Deze tekst kwam tot stand in samenwerking met Vrouw&Zorg, scholingsinstituut voor de zorg en is eerder verschenen in KraamSupport. Ga naar de website van Vrouwenzorg en Reinlandtraint.

Delen